Uw puppy’s eerste bezoek aan de dierenarts
Een bezoek aan de dierenarts mag niet stressvol zijn voor u of uw huisdier. Hier staat wat u de eerste keren kunt verwachten en wat u kunt doen om de ervaring zo prettig mogelijk te maken.
Naar de dierenarts
Sommige puppy’s zijn al met hun fokker naar de dierenarts geweest voor hun eerste vaccinatie. Toch is het goed om, een paar dagen nadat u uw puppy heeft opgehaald, de eerste afspraak met de dierenarts te maken om deze ervaring voor uw hond zo positief mogelijk te laten beginnen.
Na dit eerste bezoek moet uw hond minstens één keer per jaar naar de dierenarts. Het geeft veel minder stress als uw puppy een positieve relatie met de dierenarts heeft en eraan gewend raakt dat hij wordt onderzocht. Het is ook een goed idee om hem eraan te laten wennen dat hij thuis door u wordt onderzocht. Controleer zijn oren en ogen, en poets zijn tanden regelmatig.
Uw dierenarts zal een volledig klinisch onderzoek uitvoeren. Dit bestaat uit een oraal onderzoek (bek en tanden) en oor- en oogcontroles om na te gaan of uw puppy in goede gezondheid verkeert. Neem een paar gezonde traktaties mee om de ervaring voor uw hond prettiger te maken, en prijs hem rustig tijdens en na het onderzoek. Geef hem niet te veel aandacht als hij tegenwerkt of stampij maakt tijdens de afspraak. Beloon hem alleen als hij braaf is geweest.
Toptips voor een prettige ervaring bij de dierenarts
- Probeer ’s ochtends een afspraak te maken, want dan zijn er minder mensen en huisdieren in de dierenartsenpraktijk. Ook is het beter om contact met andere dieren te vermijden als uw puppy nog geen vaccinaties heeft gehad, omdat hij vatbaarder is voor infecties.
- Neem een vaccinatieboekje of andere documenten van de fokker of vorige eigenaar van de puppy mee, zodat uw dierenarts alle noodzakelijke behandelingen voor de puppy kan plannen en u advies kan geven om uw huisdier klaar te maken voor de buitenwereld.
Vaccineren van uw puppy
Gewoonlijk begint het vaccineren bij ongeveer 6 tot 8 weken, met herhalingsinentingen rond de leeftijd van 12 tot 16 weken. Het is erg belangrijk dat u zich aan dit schema houdt om uw puppy volledig te beschermen tegen infectieziekten. De meest voorkomende ziekten waar uw puppy tegen wordt behandeld, zijn hepatitis, parvovirus, hondenziekte (ziekte van Carré), leptospirose (ziekte van Weil), hondsdolheid (rabiës) en de ziekte van Lyme. Als u met uw puppy naar het buitenland reist, neem dan uw vaccinatieboekje mee en zorg ervoor dat dit volledig voldoet aan de voorschriften van het land dat u bezoekt.
Chippen
Uw dierenarts raadt u waarschijnlijk aan om uw puppy te laten chippen, maar het kan zijn dat uw fokker dat al heeft gedaan. Bij deze kleine ingreep wordt een chip met uw informatie in de nek van uw puppy aangebracht, zodat elke dierenarts hem kan identificeren als hij verdwaalt is of gewond raakt.
Steriliseren of castreren
U moet er ook over nadenken of u uw huisdier wilt laten castreren of steriliseren. Castreren heeft voor- en nadelen. Zo gedragen gecastreerde honden zich vaak beter en is de kans op geurmarkering kleiner. Maar castratie kan ook tot gewichtstoename leiden. Uw dierenarts kan alle opties met u bespreken.
Vergeet niet om uw dierenarts vragen te stellen. Het is belangrijk dat u het gevoel heeft dat u goed weet hoe u uw puppy de komende weken en maanden moet verzorgen.